Maria liederen

U kunt de muziek van de Maria-liederen bestellen bij Kees van der Vloed: vloed[at]chello.nl
De prijs ervan is € 12,50 excl. porto.

In 2021 verscheen het boek Maria: Icoon van genade van Arnold Huijgen.
Hier een verhaal hoe het boek me blij maakt.


“De Logoschristologie, die aansluit bij johanneīsche accenten, kan aangevuld worden met Geestchristologie, die synoptische en paulinische accenten recht doet.” (114) Deze zin heb ik aangestreept in het mooie Mariaboek van Arnold Huijgen. Nog niet heel lang geleden realiseerde ik me weer eens dat de Geestchristologie nauwelijks aan mij besteed is. Het kan er zomaar toe leiden dat de gelovigen dezelfde opdracht en mogelijkheden kunnen hebben als Jezus. Waar Hij de messias was, zijn wij als Geest-vervulden niet alleen in staat tot profeteren, wonderen en tekenen, wij leven onder onze stand als het niet voorkomt in ons midden. Niet mijn idee.

Ik voel me meer thuis bij de uniciteit van Christus in zijn rol als middelaar en focus vooral op de karaktervorming van gelovigen: de deugden in de ethiek en het gebed in de spiritualiteit. Ook geen kleinigheid, maar mooi zat. Onverwacht kwam ik in het boek van Huijgen een fraaie behandeling tegen van de beide benaderingen, met als conclusie het bovenstaande: zij vullen elkaar aan. “Alexandrijnse christologie loopt het gevaar om Jezus als God in mensengedaante te denken, terwijl Geestchristologie het onderscheid tussen Jezus en mensen slechts kwantitatief dreigt te maken, niet kwalitatief.” (114) Hij werkt vervolgens uit voor de visie op Maria. Vanuit de Logoschristologie is Maria terecht Theotokos: zij baart Hem die God is. Maar zij is ook Pneumaforos, Geest-drager. Want de kracht van de Allerhoogste overschaduwde haar. Als dat waar is, die combi, is er misschien toch ook iets waar van de combinatie in de christologie.

Het is maar één voorbeeld van de boeiende passages uit het boek Maria: Icoon van genade. Arnold Huijgen, hoogleraar systematische theologie aan de Theologische Universiteit in Apeldoorn, zet aan het denken. Hij zegt ook dingen die ik al enige tijd voelde sluimeren. Denk aan aandacht voor de Mariafeesten. Ik ben jaren bezig geweest met Marialiederen en als er toch ergens kansen zijn voor (nieuwe) liederen ter ere van de moeder van de Heer, dan Mariafeesten. In de protestante traditie geen gewoonte. Hoe blij word ik dan van een passage als deze bij Huijgen: “Deze drie momenten [annunciatie 25 maart, visitatie 31 mei en presentatie 2 februari] zijn gebaseerd op bijbelse geschiedenis, ze sporen met de kerkelijke traditie en reformatoren hielden ook aan deze feesten vast. Stilstaan bij deze momenten betekent dat er meer aandacht komt voor de genade die God schonk, niet alleen aan Maria maar ook aan de wereld. Als protestanten ergens willen beginnen, verdient van de drie genoemde feesten vooral de annunciatie aanbeveling. Alle generaties zullen Maria immers gelukkig prijzen omdat zij de moeder van de verlosser werd.” (71-72)

Nog een derde fraaie observatie van de auteur. Hij bespreekt het verschil tussen het aanbidden en vereren van moeder Maria. Aanbidden mag je alleen God. Zodra je Maria aanbidt als God doe je aan afgoderij. Maar als je met bewondering en eerbied de genade vereert die iemand ontvangt, dan is er geen bezwaar te zeggen dat je die begenadigde persoon vereert. Denk aan het verschil tussen helden en heiligen. “Een heilige is niet hetzelfde als een held. Elk segment van de samenleving, elke groep en elke familie kent helden en antihelden, of het nu voetballers kunstenaars of industriëlen zijn. Heldendom is wel  kwetsbaar: soms is de held maar een misstap of ongelukkig tweet verwijderd van de afgrond. Heldendom ontstaat door prestatie, maar heiligheid door Gods genade. Een heilige is vaak helemaal geen held, maar wel een gelovige wiens leven transparant is tot op God. Anders gezegd: als je naar een held kijkt, zie je de held; als je naar een heilige kijkt, zie je iets van God.” (149) Zo komt hij ertoe om Maria als ‘icoon van genade’ te typeren. De icoon is niet feitelijk Maria. “Wel vertegenwoordigt de icoon Maria en participeert de icoon in de goddelijke realiteit.” Als je de icoon vereert, vereer je niet de afbeelding maar de werkelijkheid die in hem of haar present is.

Er is nog veel meer moois te vinden in dit boek. Ik denk dat de auteur hoopt dat het niet alleen mooie inzichten geeft, maar ook verheffende praktijken. Ik help het hem hopen. Zoals het steeds meer zingen van Magnificat en andere Marialiederen.


Naar aanleiding van: Arnold Huijgen, Maria: Icoon van genade. Utrecht: Kokboekencentrum, 2021.
Erg blij werd ik ook van de slot over het gedicht ‘De moeder de vrouw’ van Martinus Nijhoff. (330v)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *