Zonder waarschuwing?

Recent flink geraakt door een suïcide van een jonge vrouw in mijn omgeving, wilde ik ineens weten hoe vaak zelfdoding voorkomt in Nederland. De factsheet van 113-zelfmoordpreventie geeft de cijfers van 2023: vijf per dag. Vijf. Per dag. En, lees ik verder, 110 pogingen per dag. Ik val even stil. Zoveel? Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek is suïcide doodsoorzaak nummer 1 onder jongeren. En, houd je vast, één zelfdoding raakt gemiddeld 135 mensen.
Daar was ik er dus een van deze keer. De schok was groot bij meer mensen in mijn omgeving. Maar wat ik zag bij directe familie was nauwelijks te bevatten. De ontreddering is enorm. We hebben, waar nodig, elkaar gewezen op de beschikbaarheid van professionele hulp. Want, zo was de gedachte, er zijn vast meer (jonge) mensen in situaties die zij nauwelijks kunnen dragen en dan kan de daad van de een het voorbeeld voor een tweede zijn.

Ik lees (is het toeval?) juist in deze dagen de beroemde brievenroman van Johann Wolfgang Goethe (1749 – 1832): Het lijden van de jonge Werther (1774). Genoemde Werther pleegt zelfmoord als reactie op een afwijzing in de liefde. Het effect van deze roman was dat er een golf van zelfdoding ontstond. Ik lees op Wikipedia dat dat een soort Werther-Fieber (Wertherkoorts) was. Het boek is een periode lang verboden geweest. Dat bij elkaar doet me nog eens goed kijken naar het motto, bij de opening van het boek:

“Alles wat er maar van de arme Werther en zijn geschiedenis was te achterhalen is met zorg door mij bijeengebracht en wordt hier aan u voorgelegd, in de zekerheid dat u mij erkentelijk zult zijn. U zult voor zijn geest en zijn karakter niet dan bewondering en liefde, voor zijn lot niet dan tranen hebben.
En jij, brave ziel, die eendere aandrift voelt als hij, put troost uit zijn lijden, en laat dit boekje je vriend zijn, als je er door ’s levens loop of eigen schuld geen vindt die je nader staat.” [5]

De ‘redacteur’ is hier aan het woord.  De lezer krijgt later nog meer van hem te horen. (125, 135, 137, 158) Hier in het begin spreekt hij dus ook de lezer aan die een ‘eendere aandrift voelt’. Dan kan dit boekje je vriend zijn. Het is met de kennis en benadering van nu toch een serieuze vraag: hoe bedoel je, Goethe? Wat anders dan zelfdood kan de een voorbeeldfunctie van Werther zijn voor de mens zonder ‘nadere ander’?

Het verhaal is dit: Werther stuurt brieven aan ene Wilhelm, over zijn verblijf in de stad Wahlheim (een fictieve naam, Goethe had de stad Garbenheim voor ogen). Werther ontmoet daar Lotte (afkorting van Charlotte S., de dochter van de baljuw) en is op slag verliefd. Lotte zorgt voor haar broertjes en zusjes sinds de dood van haar moeder. Zij is verloofd met Albert. Lotte beantwoordt de liefde van Werther niet, blijft trouw aan Albert en wil dan ook dat Werther afstand  van haar en Albert neemt. Dat krijgt Werther innerlijk niet voor elkaar. Hij beraamt plannen om zichzelf te doden met pistolen van Albert. Hij schiet zichzelf door het hoofd en sterft twaalf uur later. Hij krijgt geen christelijke begrafenis omdat hij suïcide heeft gepleegd. “Ambachtslieden droegen hem. Geen geestelijke heeft hem vergezeld.” (167)

Sleutelpassage is een verhit gesprek over zelfdoding tussen Werther en Albert. Werther is intussen vertrouwd in de omgang met beide en kondigt een reis aan naar de bergen. (59) Hij wil de pistolen van Albert meenemen. Het gesprek komt op zelfdoding en Albert brengt zijn weerzin onder woorden: “De gedachte alleen al staat me tegen.” (60) Werther raakt geagiteerd. Waarom heb je direct een oordeel, waarom vraag je niet wat het eigenlijk betekent? “Weten jullie met zekerheid om welke reden iets gebeurt, om welke reden het moest gebeuren? Als jullie dat wisten zou je niet zo gauw klaarstaan met je oordeel.” (61) Voor Albert is het echter duidelijk: iemand die door hartstocht beheerst wordt, verliest zijn bezinning en is daarom een dronkaard of een krankzinnige.

Hier – even tussendoor – komen we op een rode draad in de roman: de romantische tegenstelling tussen hartstocht en ratio, parallel aan die tussen natuur en stad. Het past bij de Sturm- und Drangperiode van de jonge Goethe (hij is 24 als hij deze roman schrijft!).

Werther schiet uit zijn slof over zoveel onbegrip en oogst dan helaas nog meer storm: Albert vindt zelfmoord simpelweg zwak. “Want doodgaan is heel wat gemakkelijker dan moedig dulden en lijden.” (62) Dat laat Werther er niet bij zitten. Hij maakt duidelijk dat de mens of een volk een maximale draagkracht heeft. Is die bereikt en neemt de druk niet af, dan is verzet of vluchten juist een daad van kracht. “De menselijke natuur, vervolgde ik, heeft haar grenzen: zij kan vreugde, verdriet, pijn, tot een bepaalde graad verdragen en bezwijkt zodra die wordt overschreden. De vraag is hier dus niet of iemand zwak of sterk is, maar of hij de omvang van zijn lijden aankan – het mag dan van geestelijke aard zijn of van lichamelijke; en ik vind het vreemd om te zeggen dat iemand die zich van het leven beroofd een lafaard is, als het onjuist is om iemand laf te noemen die aan een kwaadaardige koorts sterft.” (63) Het mag allemaal niet helpen. Albert meent dat met een beetje verstand de hartstocht beteugeld kan worden. “We gingen uit elkaar zonder elkaar begrepen te hebben,” zo beëindigt Werther deze brief, “Wat begrijpt de ene mens de ander ook moeilijk in deze wereld.” (66)

Waarvan acte.
Werther, of Goethe, heeft gelijk. Moeilijk is het waar het om diepste emoties en motieven aankomt. Maar het is niet onmogelijk. Daarom is de inzet van professionals en vrijwilligers voor ieder die denkt aan suïcide zo belangrijk. De vraag is wel of het streven naar behoud van leven altijd het beste perspectief is. Ik las ooit het levensverhaal van Noa Pothoven (lees hier mijn blog over haar boek Winnen of leren uit 2018) en ik kon mij bij haar gekozen dood alles voorstellen. Ik spreek geen oordeel uit, zie alleen maar wanhoop. Uitzichtloosheid. Zelfs voor wie gelooft in God, in een hiernamaals, en in genade is de dood soms een uitweg. Want als God niet via mensen kan werken aan hulp en zin, dan blijft er weinig over in een situatie waarin alles zwart is.

Het openingsmotto van Het lijden van de jonge Werther, ik kom er nog even op terug, is te open, te aanbevelend, te zacht, over die brave ziel die ‘door ’s levens loop of eigen schuld geen vindt die je nader staat’. Je zou er tegenwoordig toch de verwijzing naar 113 en andere hulpverlening bij zetten. Want zelfdoding is een daad die moeilijk te peilen is en daarom moeilijk te duiden. En het heeft een effect op zoveel mensen. Ik heb het laatst weer ervaren. De suïcide van een jonge vrouw stelde de vraag aan het leven, aan de gemeenschap en aan God.
Wie weet een antwoord?
Wie wordt er beter van een mogelijk antwoord?


Naar aanleiding van: Johann Wolfgang Goethe, Het lijden van de jonge Werther. (Speciale editie van De Volkskrant 2012). Oorspronkelijke titel: Die Leiden des jungen Werthers. Nederlandse vertaling door Thérèse Cornips, uitgeven door De Bezige Bij, Amsterdam, 1975. Let op, het lijden is in de vertaling van meervoud (de kwellingen) naar enkelvoud overgebracht.

Nog wat informatie van Wikipedia: Het boek, uitgegeven in 1774, was Goethes eerste roman. Het maakte hem meteen tot een van de meest gevierde schrijvers van Duitsland. Geen enkel ander boek van Goethe werd zo graag door zijn tijdgenoten gelezen, en zijn levenslange roem en rijkdom was ermee verzekerd. Het boek bracht een golf van zelfmoorden teweeg. Goethe heeft zich bij het schrijven van dit boek laten inspireren door gebeurtenissen in zijn eigen leven. Goethe heeft later afstand genomen van het boek. Hij was erg ontdaan door de zelfmoorden naar aanleiding van zijn roman.
Op verzoek van de theologische faculteit stelde de stadsraad van Leipzig in januari 1775 een verspreidingsverbod in op het boek. Dit verbod, wegens ‘aanzetten tot zelfmoord’, bleef bestaan tot 1825. Ook in andere Duitse steden, in Italië en in Denemarken had het Wertherboek te lijden onder censuur.
In de herziene versie van 1787 is onder meer toegevoegd dat Werther een knecht van een weduwe ontmoet, die verliefd is op zijn patrones. Nadat zij hem vervangen heeft door een andere knecht, vermoordt de eerste knecht zijn opvolger. Tevergeefs probeert Werther de dader bij de baljuw vrij te pleiten.
François Haverschmidt, beter bekend onder het pseudoniem Piet Paaltjens, schreef een aantal gedichten en de bundel Snikken en Grimlachjes als reactie op de vele zelfmoorden die dit boek veroorzaakte. Hij moest niets hebben van deze Weltschmerzbeweging en schreef er parodiërende gedichten over. Haverschmidt beging in 1874 echter zelf ook zelfmoord.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *