Ravage van wellust

“Ik moet mezelf opnieuw gaan uitvinden. Is dat wat de evangelist bedoelt met de waarheid die vrij maakt?” Armin Minderhout, de hoofdpersoon uit de bekroonde roman De Passievrucht, verwijst hier naar het canonieke evangelie van Johannes. Jezus zei tegen de Joden: “Wanneer u bij mijn woord blijft, bent u werkelijk mijn leerlingen. U zult de waarheid kennen en de waarheid zal u bevrijden.” (Johannes 8,32). Je hoeft niet heel veel Bijbelkennis te hebben om te weten dat Jezus vaak gesproken heeft over trouw en ontrouw in relaties. Eén voorbeeld: “Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: “Pleeg geen overspel.” En ik zeg zelfs: iedereen die naar een vrouw kijkt en haar begeert, heeft in zijn hart al overspel met haar gepleegd.” (Matteüs 5,28). Houd je hieraan en je leven mag echt vrij heten.

Overspel is de dreunende drijfveer van Armins queeste. Ellen en hij willen graag een kind. Zij zorgen al voor Bo van dertien. Dat is het kind van Armin en Monika. Monika Paradies is een aantal jaren geleden gestorven. Ellen, haar vriendin, is nu de nieuwe partner van Armin en samen willen zij een kind. Maar Armin is onvruchtbaar. Aldus onomstotelijk medisch onderzoek. Dus… wie is de vader van Bo? Met wie heeft Monika overspel gepleegd?

Het is schokkend dat dat de vader van Armin blijkt te zijn (en dus is Bo zijn broer), maar als we zover zijn hebben we al overspel in vele soorten gezien: Monika was eerst de vriendin van Robbert Hubeek, een vriend van Armin. In die tijd gaat zij vreemd met Armin. Dan is er Ellen, met wie Armin Monika bedriegt (149) en Monika heeft nog een keer seks met Robbert (77). Ik sla nog wat andere voorvallen over. Ontrouw is gewoon en spijt… ach, nee. Armin tegen Robbert over het vreemdgaan met Monika destijds “ ‘Daar heb ik spijt van,’ zeg ik zwakjes, ‘dat dat gebeurd is.’ Maar ik meen het niet, en hij weet het, en hij weet dat ik het weet.” (75).

Toch is het boek een groot verslag van ravage, aangericht door ontrouw en wellust. Het opvallende is dat door heel de roman met het Evangelie van Philippus een rol speelt. Armins vader, weduwnaar intussen, overlijdt. Vriend Dees helpt het huis leeg te ruimen. Ze vullen zes verhuisdozen met spullen die Armin wil bewaren: De Bo-souvenirs, klassieke platen, boeken, oude kinderboeken, die doe je toch niet weg? “Ik heb ook het religieuze boek gevonden dat de buurman had weggezet, het laatste boek dat mijn vader had gelezen. … Tot mijn verbazing bleek het hetzelfde boek te zijn dat ik tien jaar geleden tussen Monika’s boeken vond: De Geheime Leringen van Jezus van Nazareth, waarin opgenomen De Openbaringen van Jakobus, Het Evangelie van Thomas en Het Evangelie van Philippus.” (240).

Wat doet dat Evangelie van Philippus in deze roman? Vrijwel direct geeft het een aanwijzing: “De kinderen die een vrouw gaat baren, lijken op hem van wie ze houdt. Als dat haar man is, lijken ze op haar man. Als dat een echtbreker is, dan lijken zij op die echtbreker.” (12 en 249; het is spreuk 87 uit het Evangelie). Bo kan op Armin lijken, want het blijkt zijn broer. Maar de tekst van Philippus’ Evangelie zegt dat het gaat om het gevoel van de liefde bij de moeder: aan wie dacht Monika? Nergens blijkt dat er een intense of duurzame liefdesrelatie was tussen Armins vader en Monika. In een klein briefje voor Bo wil Monika er niets over kwijt: “… je lijkt op je vader, zoals je vader op zijn vader lijkt. En hoe dat zo gekomen is, hoeft niemand ooit te weten.” (247). Zij was met haar schoonvader aan het klussen. De lucht betrekt buiten, er komt een bui en zij gaat voor het raam staan kijken. Schoonvader staat achter haar en als de bliksem vlakbij inslaat, valt zij in zijn armen en kust zij hem. De uitkomst van een hunkering die in de dagen ervoor is opgebouwd (251). Zij was niet op hem verliefd. Spijt? Nee. Zij voelde zich wel schuldig, om Armin.

Toch is er ergens een gevoel dat er hier iets mis gaat. Ellen kreeg het voorval met Armins vader direct van Monika te horen. Terugkijkend zegt ze: “Ik had haar kunnen zeggen dat ze zich niet zo schuldig hoefde te voelen. Dat ze de enige niet was. Dat we allemaal wel eens iets doen, waar we toch geen spijt van hebben. Dat had ik allemaal kunnen zeggen. Maar ik heb het niet gedaan. Ik durfde niet.” (255). Dat is merkwaardig. Het bagatelliseren van het kwaad is de begeerde oplossing van het innerlijk conflict. Maar blijkbaar is er een drempel geweest om dat te zeggen. Is het dan misschien toch minder ideaal van gedacht? Kijk naar de puinhoop die het veroorzaakt heeft: Armin is zichzelf compleet kwijt. En wat betekent dit voor Bo? Het slot van de roman werkt dat niet uit, suggereert zelfs dat het wel goed komt. Maar iedereen kan toch verzinnen dat het een onveilig gevoel moet opleveren? Op wie kun je aan? Waarom moest dit eigenlijk geheim blijven?

Als je de citaten uit het Evangelie van Philippus verder nakijkt in de roman (55, 81, 149, 249, 252), zie je dat het op geen enkele wijze in de buurt komt van het confronterende van de Jezus van de canonieke evangeliën. Sterker, het apocriefe geschrift voedt de gedachte dat het slechte niet echt slecht is. Zoals het goede niet echt goed. Alleen de dood is het echte kwaad (met name 81 en 149). Nee, dan de canonieke Jezus: “Als je rechteroog je op de verkeerde weg brengt, ruk het dan uit en werp het weg. Je kunt immers beter een van je lichaamsdelen verliezen dan dat heel je lichaam in de Gehenna geworpen wordt.” (Matteüs 5,29).

Ik merk, nu ik erover schrijf, hoe voos ik De Passievrucht begin te vinden. Ik werd meegezogen in het verhaal, ik was verrast door de wendingen, maar aan het slot dacht ik echt: wat een innerlijk tegenstrijdig boek. Hoe kan een dergelijke levensstijl van ontrouw nu gevierd worden als vrijheid? Alleen als je je eigen welzijn en wellust centraal zet. Als je Jezus daaraan wilt verbinden, dan kan het inderdaad alleen als je de esoterische Jezus neemt.


Naar aanleiding van: Karel Glastra van Loon, De Passievrucht. (AKO literatuurprijs Reeks 15), Amsterdam/Antwerpen: AKO/Uitgeverij Maarten Muntinga, in samenwerking met Uitgeverij L.J. Veen, 2007. De tekst van het evangelie van Philippus is gemakkelijk op internet te vinden: klik hier.

Eén gedachte over “Ravage van wellust

  1. Dit “evangelie van Philippus” lijkt in de verste verten niet op het Bijbelse Evangelie van Philippus!!
    “Esoterische Jezus” = alleen voor ingewijden toegankelijk of bestemd!
    Jezus Christus is voor alle mensen de Weg, de Waarheid en het Leven: de weg naar God de Vader, het eeuwige leven dat God de Vader in Zichzelf heeft en aan de gelovige in Christus geeft. God schept de waarheid omdat Hij, de Almachtige die tot werkelijkheid maakt.

    Dus inderdaad een voos boek, met verwijzing naar voze evangeliën: het leidt je af van de God van de BijbeL, Zijn Woord!

Laat een antwoord achter aan Aart A. Verbrugh Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *