Leedvermaak tot op het bot

André Franquin (1924 – 1997) is een hele grote in het comic-universum. De lotgevallen van Guust Flater staan op eenzame hoogte in mijn humorranking. Ik kan de albums herlezen en steeds onbedaarlijk lachen. Totdat ik de bundel Zwartkijken ontdekte (Idee Noirs, oorspronkelijk). Morbide humor, waarbij het niet eindigt met een schrammetje of een verband om je hoofd, maar simpelweg met de dood. Ik moet ook hierom onbedaarlijk lachen. Enigszins zorgelijk vraag ik me af: hoe komt dat toch?

De man constateert geschrokken: de derde wereldoorlog is uitgebroken! Geschrokken? Nee, in paniek! Heel begrijpelijk is de zelfzorg. Hij gaat een ondergrondse schuilkelder bouwen. De tekst laat zien wat hij denkt: het is op deze plek al eens eerder misgegaan. In de eerste en tweede wereldoorlog bombardementen… dus waarom zou het dan in de nabije toekomst niet weer plaats vinden? Het is een weliswaar niet logische maar zeer herkenbare manier van denken. En dan slaat het noodlot toe. Waar hij een steen vermoedt, ligt een oude bom. Te wachten op detonatie of op het onschadelijk maken. Wel, in deze grap gaat de houweel precies op de plek waar die niet moet zijn. Boem! De grap steekt de draak met onze herkenbare, maar vergeefse poging om veiligheid te creëren. “De grappen weerspiegelen,” zo lees ik op Comiclopedia Lambiek, “het pessimistische en cynische wereldbeeld van hun auteur. Sommige afleveringen zijn op fantasie gericht, met grappen over monsters, buitenaardse wezens of mensen die vastzitten in dystopische omgevingen, andere tonen een verontrustende inspiratie uit echte angsten en fobieën. … Zonder genade laat Franquin mensen zien die worden opgegeten door dieren en worden gedood door epidemieën, of de mensheid die zichzelf vernietigt met atoombommen en wereldoorlogen.” De vormgeving sluit hierbij aan: “Alle personages zijn in silhouet getekend en lopen rond in schimmige achtergronden.”

Een ander voorbeeld: een man heeft een nieuw speeltje, de kettingzaag, vrolijk Atilla Furiosa genoemd. Die blijkt niet alleen nuttig voor de huiselijke wensen. Ook de vijandelijke gedachten over meubilair, opa en de buurman kunnen worden uitgeleefd met de ongenadige zaag. Waar de boze buurman volledig wordt miskend (‘Dat is nu vooruitgang, buurman!’) is een kind de oorzaak van het bloedige ongeluk dat de dwaas treft. De eigen zaag snijdt de benen af. Wie een kuil graaft voor een ander… De tekenwerk is fabuleus. Hoe doe je dat in zwart-wit, zo gedetailleerd en expressief? Formidabel! Maar de grap is hard en je waant je even de buurman die handenwrijvend lacht om het leed van de ongenadige. Leedvermaak levert ons iets op. Het wordt geboren uit opluchting. Het had ook mij kunnen overkomen – maar het noodlot trof de ander. Die ander vond ik al niet best, dit is zijn verdiende loon! Leedvermaak kan ook een oppepper zijn voor mijn lage zelfbeeld: ik ben zo dom of slecht nog niet als de sukkel die het niet goed doet.

Lambiek licht de zwarte kijk van tekenaar Franquin nader toe: “Opvallend zijn de grappen waarin Franquin zijn linkse opvattingen over controversiële onderwerpen uitspreekt – sommige zeer actueel. In 1978 zonk de olietanker Amoco Cadiz, waardoor de oceaan vervuild raakte en veel zeeleven omkwam. Een jaar later werd een kernramp in de elektriciteitscentrale Three Mile Island ternauwernood voorkomen. In het begin van de jaren tachtig werd de nucleaire wapenwedloop tussen de VS en de USSR steeds heviger. In Frankrijk was er een publiek debat over de afschaffing van de doodstraf, die uiteindelijk in 1981 plaatsvond. Veel ‘Idées Noires’-gags zijn geïnspireerd door deze nieuwsgebeurtenissen. Franquin neemt een duidelijk standpunt in tegen vervuiling, kernenergie, de nucleaire wapenwedloop en de doodstraf. Hij maakt de zakelijke en industriële wereld belachelijk, waar alles wordt ingekrompen, terwijl miljoenen worden geïnvesteerd in oorlogsvoering. Vooral dierenmishandeling trekt zijn woede. Franquin haalt uit tegen jagers, stierenvechters, de vleesindustrie, vrouwen die bont dragen, renpaarden die worden gedood en automobilisten die over egels rijden. Een gag bespot rokers venijnig. Velen maken de religie belachelijk. Sommige zijn paranoïde angsten, over wat er ‘s nachts buiten op de loer ligt of wat mensen echt over je denken achter je rug om. Andere afleveringen zijn bijtende metaforen voor de zinloosheid van het menselijk bestaan, zonder hoop voor onze toekomst.”

Vergeet bij niet onderaan de bladzijde de ondertekening te bekijken. Vrijwel altijd een toegift van jewelste!


Naar aanleiding van: Franquin, Zwartkijken kompleet.3 Zelhem: Arboris, 1991, eerste druk 1988. Klik hier voor de link naar Lambiek.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *