Hans en Rob

In de zomer van 2021 bekeken M en ik met veel plezier elke dinsdagavond, even na tienen, de serie Alleen op een eiland. Hans Dorrestijn ging zes weken op Rottumeroog of Bosplaat zitten, alleen, helemaal alleen. Nou ja, met zijn geliefde vogels, en de wind en de zee. En, dat ook, een keer per week een daggast. Hans had bekenden uitgenodigd, maar ook onbekenden die hij bewondert. Naast Paul Haenen, met wie hij als 20 jaar bevriend is, bijvoorbeeld ook Harry Sacksioni en Roué Verveer. Het was heerlijk trage tv met een mens die leeft van zijn gebreken en kwetsbaarheid. Dat is – zo leerde ik dit voorjaar van Tim Fransen – toch echt de meest essentiële menselijk eigenschap. Als een van de weinigen heeft Dorrestijn er zijn unique selling point van gemaakt: een beroerde jeugd, mislukte relaties, optredens die niet lopen en liedjes die niet aanslaan. Toch is hij op z’n tachtigste behoorlijk gelukkig en geeft hij het leven zomaar een acht.

Begeleidend aan de televisieserie had hij met eindredactrice Annette Bakker een aantal podcasts opgenomen. Behind the scenes zeg maar, in de hoop nog wat extra diepzinnigheden vast te leggen. Nu valt dat per saldo mee – of tegen, het is maar hoe Dorrestijns je het zeggen wil. Maar er gebeurde iets leuks. In een van de gesprekken herinnert Dorrestijn zich dat Rob Schouten een gedicht over een zelfmoordpoging heeft geschreven. Hans had het graag zelf geschreven en deelt dat met Annette. Zij heeft geen idee wie Rob Schouten is – voor een Trouwlezer als ik een bijzondere constatering, maar goed. Hans leest dat gedicht en je merkt dat hij de pointe herkent: de poging mislukt namelijk. Thuisgekomen (ik luister podcasts wandelend) zocht ik in mijn boekenkast naar de poëzie van Schouten. Ik weet dat ik een paar bundels heb en waarachtig… het geciteerde gedicht staat in Carabas ontvlucht uit 1982, ik haal het zo uit mijn boekenrij.

Bewaard

Ter zelfmoord trok ik naar de spoordijk op,
kroonde mijn hoofd met rails, deed bielzen aan:
de aarde dreunt, de helling een vulkaan;
wat nu volgt, dacht ik schrijf ik niet meer op.
Vlak voor mij trokken de rails weg, luchtop
de hemel in waarin zij niet bestaan;
de wind ging onderdrukt gemurmel aan
dat ik verstond. Ik kwam omhoog. Rob! Rob!

Was dat mijn moeder? – hoogst ontdaan stond zij
beneden aan de dijk, het avondmaal
weer in haar tas. Haar fiets beschrijft geen taal.
Dat dood mij zo verging berooide mij,
wat was er met het hiernamaals gedaan
dat men mij kende en terug zag gaan?

Carabas ontvlucht, 18

Het is typisch Rob Schouten, alledaagsheid die het Grote Ding weer terugbrengt tot het hanteerbare. Zo kan hij in Elia op de Karmel heerlijk vertellen over zijn dwalende gedachten tijdens de preek van zijn vader. (20) “Zo lasterde ik voort, de hele preek waarin mijn vader bliksemde mar mij niet wist te treffen.” In Bewaard is het gewoon zijn moeder die hem roept op het beslissende moment. Er moet wel gegeten worden. De ontnuchterende vraag is dan wat er met de hemel is gebeurt. Dat is toch traditioneel de plek waar je niet uit terugkeert. Het dichtwerk zelf is niet heel strak in het pak gehesen. Het ‘luchtop’ aan het slot van regel 5 riekt naar rijmdwang, hoe aardig gevonden ook, en ook de voorlaatste regel loopt niet soepel. Wel weer heel treffend is het slot van het eerste deel waarin de murmelende wind zijn naam meevoert. (regel 7-8) Heeft moeder door wat haar zoon daar op de spoordijk doet? Zij is ‘hoogste ontdaan’, dat wel, maar Rob noteert vervolgens dat zij blijkbaar de boodschappen voor het avondeten heeft gedaan. Hoezo de fiets dan geen taal spreekt… dat vind ik dan weer wat raadselachtig. Net als het gebruik van het werkwoord ‘berooien’ in regel 12.

Hoe dan ook, het resultaat is enige verwondering over de hemel: hoe kan het dat hij er niet anoniem kan zijn? Dat ze hem daar weer terug zien gaan? Hoe dan ook, het gedicht kreeg de titel Bewaard. Dat is wat moeders doen: kun kroost behoeden, zo veel en zo lang het kan.


Naar aanleiding van Rob Schouten, Carabas ontvlucht. Amsterdam: Arbeiderspers, 1982. Voor een kritische bespreking van Herman de Coninck, klik hier.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *