De verlossing van de ziel

Dracula, wie kent hem niet? De legendarische graaf uit Transsylvanië die ervan houdt om meisjes bloederig leeg te zuigen. Hij zet zijn twee geslepen hoektanden in de hals en laat de maagden beroerd achter terwijl hij voldaan, en vooral verjongd, vertrekt. Hij slaapt in een lijkkist en houdt niet van een kruisteken. Ik moet intussen toegeven: ik kende Dracula niet echt. Die paar korte aanduidingen schieten zeer tekort. Nu ik de beroemde roman van Bram Stoker uitgelezen heb, ben ik verbaasd hoe weinig daarvan in de volksbeleving terecht is gekomen. Om met het indrukwekkendste te beginnen: het is een zeer christelijk boek en de thematiek gaat over bevrijding en heil van de menselijke ziel.

1 Lucy Westenra is overleden. Zij is leeggezogen door Dracula en leeft een bestaan als ondode. Zij maakt nieuwe slachtoffers, vooral onder jonge kinderen. Dat moet voorkomen worden, zij moet worden gestopt. Maar er is meer. “Maar de grootste zegen van al,” schrijft dr. Jack Sewards in zijn dagboek, “als deze nu ondode de rust van de ware dood geschonken wordt, is dat de ziel van de arme dame die we liefhebben weer vrij zal zijn.” (228) Daarom neemt Arthur, haar verloofde, een staak en hamert die in het hart van de ondode, van ‘het ding’. “Het Ding in de doodskist begon wild te kronkelen. Een afgrijselijke, bloedstollende gil kwam uit de opengesperde, bloedrode mond. Het lichaam schudde en beefde en draaide in woeste stuiptrekkingen. De scherpe witte tanden klemden zich op elkaar tot de lippen bloedden en mond met rood schuim bedenkt was.” (229) De uiterste queeste is ook Dracula te neutraliseren. Waar hij de belichaming lijkt van het Kwaad zelf, werken de hoofdpersonen toch ook voor hem aan de goede afloop. “De arme ziel die al deze ellende veroorzaakt heeft, is het meest trieste geval. Denk je zijn vreugde in zodra ook hij in zijn slechte deel gedood wordt, opdat zijn goede deel onsterfelijkheid zal kennen. Ook met hem moeten jullie medelijden hebben, hoewel dat jullie niet mag verhinderen hem te vernietigen.” (325, weer uit het dagboek van dr. Sewards) Het valt dan ook op dat het doden niet alleen maar met de staak door het hart voltrokken wordt. De andere aanwezigen lezen uit een gebedenboek, gebeden voor de overledenen. (230, 350) Zij voelen het als hun plicht om de zielen te bevrijden en rekenen verder op het mededogen van God. (264) De hostie is een zeer adequaat middel tegen de onrust en kwaadaardigheid van de dode zielen. Als Mina Murray op haar voorhoofd door een hostie getekend wordt, verklaart Abraham van Helsing: “Het kan zijn dat u dat teken moet dragen zolang het God behaagt, want op de dag des oordeels zal Hij voorzeker alle onrechtvaardigheden op aarde en van Zijn kinderen die Hij erop geplaatst heeft herstellen.” (313) Wij moeten ons kruis dragen, zoals Jezus Christus, Gods Zoon dat ook deed. Dat is waarachtig geen dunne theologie. Het is de zorg voor het heil van de samenleving en het heil van de onrustige zielen, dat deze roman doortrekt. Het sluit af met onder andere deze notitie uit het journaal van Mina Harkers: “Ik zal de rest van mijn leven blij zijn dat er op het moment van die laatste ontbinding een vredige uitdrukking op zijn [Dracula’s] gezicht kwam waarvan ik me nooit had kunnen voorstellen dat het die ooit zou dragen.” (397)

2 Bram Stoker heeft ervoor gekozen om het verhaal te vertellen uit verschillende invalshoeken. Dagboekaantekeningen, brieven, krantenberichten, telegrammen, het boek claimt de bundel van documenten te zijn over de ontdekking van Graaf Dracula (en zijn ondergang) door eind negentiende eeuwse Engelse aristocratie en een paar wetenschappers. We krijgen eerst inzage in het journaal van Jonathan Harkers, gedateerd op 3 mei, met als locatie: Bistritz. Daarna belanden we in een briefwisseling tussen Mina (eigenlijk Wilhelmina) Murray en haar vriendin Lucy Westenra. Vervolgens lezen we verder in het dagboek van dr. Sewards (bijgehouden op de fonograaf). Wat ik al zei, allerlei vormen van vastlegging van de gebeurtenissen willen de indruk wekken dat wij hier met feiten te maken hebben – hoezeer wij allen vanaf bladzijde 1 snappen dat we fictie lezen.
Maar dat heeft verband met een thema uit de roman: heeft de moderne wereld ruimte om buiten de kaders van de wetenschappelijkheid te kijken? De centrale wetenschapper in de roman is professor Abraham van Helsing, waarachtig afkomstig uit Amsterdam. (163, 194) Hij is de vroegere leermeester en oude vriend van Sewards (122) en hij weet, aldus de leerling, meer over obscure aandoeningen dan de meeste andere artsen in de wereld (en hij blijkt behalve arts ook nog advocaat te zijn; waarom niet? 175). Het is juist deze professor die de grenzen van de wetenschap aanwijst:  “Ah, het is de schuld van onze wetenschap, die alles wil verklaren en als ze geen verklaring heeft, zegt dat er niets te verklaren valt. Maar toch zien we elke dag overal om ons heen nieuwe opvattingen ontstaan die zichzelf als nieuw beschouwen, maar gewoon de oude zijn die, net als de mooie dames in de opera, pretenderen jong te zijn.” (204) Hij heeft oog voor het mysterie. De mensheid leeft al eeuwen met mysteries en de wetenschap lijkt die stap voor stap te ontsluiten. Maar verschijnselen als hypnose, materialisatie, astrale lichamen, gedachtelezen, hoe kunnen die verklaard worden? En als er geen verklaring voor is, is dan vampirisme onzin? Bestaan er ondoden die ’s nachts de gaven verlaten om zich te voeden met vers bloed? Op bladzijde 251 en 253 doceert Van Helsing over de kennis en documenten uit het verleden. Hij geeft zelfs zijn sceptische houding toe. “Als ik mijn geest niet lange jaren getraind had open te staan, zou ik pas geloofd hebben toen het feit in mijn oren toeterde…” Zo ontwikkelt hij een soort ‘spirituele pathologie’, zoals dr Sewards dat noemt, en dat blijkt een combinatie van de wetenschappelijke benadering van rationaliteit en spirituele vormen als gebed, de hostie, het kruisteken (uit de christelijke traditie) en bijgelovige zaken als knoflook en het scheiden van het hoofd van het lichaam. Eind van de negentiende eeuw was de wetenschap en de bijpassende moderniteit aan haar overwinning van de wereld begonnen (vergelijkbaar met de komst van de trein in elke western). Wij zien de uitkomst van de triomftocht in de centrale plaats die bijvoorbeeld de medische wetenschap in de gezondheidszorg heeft verworven. Intussen blijft er, in de marge’, het terrein dat rekent met de onmeetbare wereld van krachten die tot het bovennatuurlijke behoren. Het is niet vreemd dat juist christenen altijd ruimte voor die krachten zullen zien. Het eenvoudige feit dat de Bijbel de invloed van God, engelen, demonen en duistere machten veronderstelt en aanwijst, legitimeert dat al. De beeldspraak van hybride figuren in het laatste Bijbelboek mag dan aanleiding zijn tot velerlei exegese, het kan in bepaalde contexten een legitimerend kader bieden voor bijvoorbeeld de ondoden die eeuwenlang leven en wonderlijke krachten kunnen ontwikkelen. Het gaat om zielen die niet tot rust gekomen zijn. Het is Bijbels gezien niet eens een heel vreemde gedachte. Vandaar, Brams Stoker’s Dracula weet snaren te raken die de moderniteit als een schaduw begeleiden. “Horror,” schrijft Pilip Tallon,  “in this way shows us our inherent skepticism about absolute progress. As we gain more and more mastery of the world, it can be easy to forget that, deep down, we still lack mastery of ourselves. Likewise, other works, such as Dracula, The Call of Cthulum or The Island of Dr. Moreau, present a dark, regressieve shadow image of the  bright and progressive verneer of eighteenth-  and ninteenth-century optimism.” (38)

3 Dracula heeft echt geleefd. Deze titel van het boek van Pieter Steinz (2014) sluit aan bij de vorige paragraaf. Hij is niet slechts een fictieve figuur, er is een aantoonbaar verband te leggen met een vijftiende-eeuwse vorst. Het gaat om graaf Vlad III, 1431 geboren in Sighișoara Transsylvanië. Hij was het tweede kind van Vlad II die heerste van 1431 – 1447 en door keizer Sigismund van Hongarije was opgenomen in de Orde van de Draak. Vandaar Dracula : zoon van de Draak. Vlad III werd in 1448 voivode (vorst) van Walachije en gedood in 1476 op een veldtocht tegen de Turken, gedood door eigen mensen. Zijn hoofd werd naar de sultan gestuurd; lichaam begraven op eiland Snagov. De bijnaam van deze Vlad was Ţepeș, De Spietser. OP scenario van zoon Yves H. tekende Hermann een album over hem en geeft de wrede werkelijkheid weer. Hij keek het spietsen van overwonnen vijanden af van een Turkse sultan (13-14): zij kregen een houten paal in hun anus. De paal werd rechtop gezet. De zwaartekracht deed de rest. (Steinz 147). Vlad maakte er zijn handelsmerk van. Op een keer heeft hij 20.000 mensen laten spietsen. Het verhaal gaat dat hij er een tafel bij liet plaatsen en ging zitten eten. (48, maar misschien is dat laster, Steinz 147) Hermann eindigt het album met deze aantekening: “Dracula wordt onthoofd en sultan Mehmed II laat zijn hoofd tentoonstellen voor het paleis van Constantinopel. Wat er met zijn lichaam gebeurt is onbekend, want het wordt nooit teruggevonden. Zo eindigt het leven van de man die de geschiedenis ingang als Vlad de Spietser, de prins die ervan droomde tot de machtigen te behoren maar niet meer was dan de vorst van een staatje tussen hamer en aambeeld.” (64) Zou dat verklaren dat Bram Stoker onthoofding en een staak (door het hart) in de vertelling heeft opgenomen?
Hij suggereert inderdaad dat Dracula in Londen deze nog steeds levende graaf is. Van Helsing zegt: “Ik heb mijn vriend Arminius van de universiteit van Boedapest gevraagd zijn verslag te schrijven, en uit alle middelen die hem te beschikking staan, vertelt hij me wat hij was. Hij moet inderdaad de voivode Dracula geweest zijn die naam maakte tegen de Turk, over de grote rivier op de eigenste grens van Turkenland.” (255, zie ook 304 en 359) In een manuscript zou Dracula worden beschreven als vampier.
Boeiend, of moet ik zeggen grappig, is dat Stoker graaf Dracula in een soort evolutie ziet. “In zekere intellectuele opzichten is hij nog een kind.” (319, zie ook 338 en 358). Het kinderbrein van hem ontwikkelt zich in de Londense praktijk, zo veronderstellen de wetenschappers. Dat maakt de jacht op Dracula des te urgenter. Hij moet gestopt voor hij iedereen te slim af is en te sterk.

4 Bram Stoker werd in zijn jeugd al bekend gemaakt met verhalen over vampiers. Yves H. maakte ook samen met Séra een Dracula-album, nu gewijd aan Bram Stoker’s Dracula. Bram wordt op 8 november 1847 geboren en krijgt de naam Abraham Stoker. Hij heeft een ziekelijk jeugd, aan bed gekluisterd. Zijn moeder Charlotte leest hem voor, oude Ierse legenden en verhalen, onder andere uit Varney The Vampire. Het moet de verbeelding hebben wakker gemaakt. Spoken, vampiers en levend begraven zieken, gecombineerd met nachtelijke geluiden. Als hij 7 jaar is, is hij plotseling genezen, wonderbaarlijk. (9)
Vooral zijn vriendschap met Henry Irving heeft het leven van Bram gestempeld. Yves H. en Sera noteren: “Henry Iriving was niet zomaar een zinnebeeldige vampier, hij was een ECHTE VAMPIER, die al zijn volgelingen van het laatste greintje wilskracht beroofde teneinde hen te knechten en zijn rijk uit te breiden. En hij, Bram Stoker, was meer nog dan anderen zijn prooi geweest, zijn slachtoffer, zijn slaaf.” (40) Zou dat niet mede de blijvende aantrekkingskracht van dit thema verklaren? Wij kunnen ons door andere mensen leeggezogen voelen. Zulke types lopen er gewoon rond en als je hen niet met kracht weerstaat en uit je leven bant, ga je eraan te gronde. In het album komt ook de ironie van de geschiedenis naar voren. Henry Irving is als groot Brits poëet bijgezet in Westminster Abbey. Bram Stoker sterft op 20 april 1912 in bittere armoede. Zijn dood bleef onopgemerkt, ook omdat vijf dagen later de Titanic zonk. Terwijl daarna de naam van Irving vergeten werd, haalt Dracula een eeuw later nog ‘astronomische verkoopcijfers’. (48)

5 In het boek gebruikt Stoker het woord Nosferatu voor ondode met de bewering dat het een oud Roemeens woord is. (228) Stoker nam deze term waarschijnlijk over van de Schotse reisboekenschrijfster Emily Gerard, die het woord in een beschrijving van Transsylvanië gebruikte. Het is een verhaspeling van het Roemeense woord nesuferitu dat zoveel als “demon” of “duivels persoon” betekent; nosferatu daarentegen is geen bestaand Roemeens woord. Het werd ook de titel van een van de vele verfilmingen. Eine Symphonie des Grauens is de ondertitel van deze horrorfilm uit 1922. Max Schreck speelt de graaf in deze stomme film. Allerlei aanpassingen werden gedaan (Graaf Orlok in plaats van Dracula bijvoorbeeld) en zo bleven de nazaten van Bram Stoker buiten de inkomsten van de film. Een rechter sprak echter uit dat alle kopieën van de film moesten worden vernietigd. Dat is, zoals te verwachten, niet gebeurd en de film geniet heden een cultstatus. Het aantal bewerkingen is intussen niet meer te tellen. Bram Stoker’s Dracula van Francis Ford Coppola geldt als een film die goed recht doet aan het boek.

6 Het derde stripalbum over Dracula maakte Yves H samen met tekenaar Dany. Hij neemt zichzelf als hoofdpersoon. Samen met zijn vrouw Marcia gaan zij naar Roemenië om sporen en resten van de Draculalegende na te speuren. Een vraag over nadere info over Dracula werd beantwoord met een uitnodiging uit Roemenië. Vandaar dat ze samen naar Boekarest reizen, en aankomen bij Sos Kiseleff 35, het adres dat ene Lucian opgaf. Het is een griezelig huis. We ontmoeten de butler en Lucian. Lucian wordt gepresenteerd als de dienaar van de kunst en de menselijke ziel, artiest, illusie en transformator van de werkelijkheid. Hij heeft bovennatuurlijke gaven, aldus Eugenia. (9) Zij is schilderes en kunstcriticus en haar man Radu is hoogleraar Roemeense literatuur en geschiedenis. Verder aanwezig de drie nichtjes Violeta, Camelia, Lacramioara Grigorescu, liefhebbers van fantastische literatuur en film. Ze arriveren op 20 september, het is het seizoensdeel dat ook een rol speelt in Bram Stoker’s Dracula. De relativering en spot van Dany over vampiers wordt met een waarschuwing begroet (10) Niet spotten met volksgeloof! Roemenen geloven in geesten, rituelen voor de zielen van de overledenen (10). Het verhaal gaat ook hier over de verlangde trip, weg uit Roemenië. Lucian wil zich in het buitenland vestigen omdat de financiën niet gunstig zijn. (13). Dany wordt klem gezet. Aan het slot van het verhaal blijkt Lucian bij Dany en Marcia in huis te zijn. (49-50) En Marcia heeft roodgloeiende ogen. Kortom, het verhaal gaat verder. Intussen hebben we de verschillende Roemeense locaties uit de Dracula-vertelling fraai in beeld gezien. Goed werk van Yves. H. en Dany samen. In het nawoord licht de tekenaar nog een en ander toe. Bijvoorbeeld dat archeologen geen bewijs hebben gevonden dat Vlad begraven is op Snagov. Maar of de legende zich daar iets van aantrekt…


Naar aanleiding van: Bram Stoker, Dracula.2 Amsterdam: De Boekerij, 2010. Vertaald uit het Engels door Piet Verhagen. Humor vanuit vandaag gezien: “We zochten een bank vanwaar we het goed konden zien en rookten een sigaar om geen aandacht te trekken.” (315)
Philip Tallon, “Through a Mirror, Darkly: Art-Horror as a Medium for Moral Reflection.” In: The Philosophy of Horror (edited by Thomas Fahy). Kentucky, The University Press of Kentucky, 2012, 33-41.
Paul A. Cantor, “The Fall of the House of Ulmer: Europe vs America in the Gothic Vision of the Black Cat.” In: The Philosophy of Horror (edited by Thomas Fahy). Kentucky, The University Press of Kentucky, 2012, 137-160.
Pieter Steinz, Dracula heeft echt geleefd: Een reis door Europa in de voetsporen van 16 literaire helden.4 Amsterdam: Nieuw Amsterdam, 2015.
Hermann & Yves. H., Dracula: Vlad de Spietser. [z.p.] Casterman, 2006. Oorspronkelijke titel: Sur les traces de Dracula t.1,  Vlad l’Empaleur.
Séra & Yves H., Dracula: Bram Stoker. [z.p] Casterman, 2006.
Dany & Yves H., Dracula: Transsylvanië. [z.p] Casterman, 2006.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *