De prijs van leven

Tarek el-Tayyib Mohammed Ben Bouazizi stak op 17 december 2010 zichzelf in brand. Hij was straathandelaar in Tunis. Met zijn handel onderhield hij zijn familie. Een agente sprak hem erop aan dat hij geen vergunning had. Zij beledigde en vernederde hem en nam zijn handelswaar in beslag. Toen hij voor zijn klacht hierover geen gehoor kreeg bij de politie, stak hij zichzelf in brand voor het overheidsgebouw. Zijn zelfdoding werd het begin van wat genoemd wordt de Jasmijnrevolutie. Eerst zijn vrienden en later steeds meer Tunesiërs stonden op tegen de president en de regering. Andere landen in de Arabische wereld volgden: Algerije, Egypte, Lybië… we noemden het lente, Arabische lente.

De Vlaamse dichter Stefan Hertmans schreef er een gedicht over:

El-Rabī’ el-Arabi

Wat is een lente meer dan dit geluid:
een twitterende feniks maakt
of kraakt het niet,
het brengt zichzelf voort als een stem
uit niets, een vrouw die zingt over geschiedenis,
een man in brand in Tunis.
Het geeft zich door van hand tot hand,
het schroeit zich aan miljoenen door,
beeld van een beeld.

April zal weerom wreed zijn
in donkere bloesems op asfalt,
naast een verloren schoen en
een bericht: dat al wie zwicht
niet weerkeert naar de stemmen
in de straten en het gedroomde plein,
open als een fata morgana in het zand,
daar bij de randstad en het opspuiten
van die bloemvormige vlam
bij een veldje met taai gras, in zand,

iets dat tussen de tegels groeit,
taaier dan het al was
en ooit kan zijn, een hand
die stenen breekt en stapelt
tot een nieuwe muur –

Zovele monden die op wonden lijken
en toch zingen in de hitte van
tienduizend camera’s die richten
en die mikken op luchtspiegeling.

Daar is het afgekocht, dat wat niet kost,
want iedereen wil ademen, leven
als een woestijnroos in het zand,
bloeiend en bloedend in El-Rabī’ el-Arabi,
de lente die Arabisch had geheten.

Hertmans, Onder een koperen hemel, 46-47.

Hertmans dicht denkend door. Hij observeert en reflecteert. Wat is er eigenlijk gebeurd? Er is een prijs betaald voor wat gratis moet zijn, ‘als een woestijnroos in het zand’. Een woestijnroos is bloemvorm van gips en zandkorrels. Zij ontstaat als grondwater aan de oppervlakte verdampt in de hitte. Hoe kaal ook, de woestijn leeft, en creëert rozen. Het gebeurt, niemand hoeft ervoor te betalen. Maar het leven in Tunis was niet vrij om zich te ontplooien naar eigen inzichten. Machtsmisbruik, corruptie en veel schrijnende armoede. Mohammed Bouazizi kon erover mee praten. Nu niet meer. Ik mompel bij mezelf Psalm 11,3: “Wat kan een rechtvaardige doen, als de grond onder alles wegzinkt?”

Mobiliseer zingende monden. Dat is een bekend recept. De Tunesische rapper El Général schreef een lied als aanklacht: Rayes li-bled (‘Staatshoofd’). Hertmans signaleert scherp dat het pas wat kan worden als de camera’s opgesteld worden. Zij richten de kijkers. Waarop? Op een luchtspiegeling. Want een lente voorspelt veel goeds, een warme zomer zelfs, maar ‘April zal weerom wreed zijn’. Je kunt zwichten onder de druk om te zwijgen. De steen die je los wrikt uit protest kan onderdeel worden van een nieuwe muur. Sommigen zeggen dat de instabiliteit in veel Arabische landen is toegenomen. Na de lente viel direct de winter in.

De Arabische lente bloeide bloedend. Het is met de camera’s geregistreerd en zo ‘afgekocht’. Wie iets afkoopt, ontdoet zich van aansprakelijkheid. De rest van de wereld keek via camera’s mee en ging over tot de orde van de eigen zorgen. Het leven bloeit nog steeds bloedend in veel Arabische landen. Er wordt nog veel betaald, met bloed, met leven. Terwijl je toch het leven en je adem voor niets krijgt.


Naar aanleiding van: Stefan Hertmans, Onder een koperen hemel. Amsterdam: De Bezige Bij, 2018. Hij schreef het gedicht in eerste instantie voor het programma JOOS op Radio 1.
Voor de clip van de Tunesische rapper El Général, klik hier.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *