De kracht van samen

“Loop met me mee naar de waterkant, we gooien alle oude kleren van ons af.” Het begin van Marco Borsato’s Waterkant is een eenvoudig beeld. Een zomers tafereel bij een meertje, rivier of in het zand aan de rand van de grote zee. Een beetje pikant als je je voorstelt dat de twee maar samen zijn en zich echt ontdoen van echt alle lichaamsbedekking. Het verhaal zal verder gaan over de kracht van samen. “Dat wat overblijft zijn wij.” En samen dan een nieuwe toekomst durven wagen: we leggen ons lot in handen van het tij. Je kunt het plaatsen bij een nieuwe start na een relatiebreuk, ofzo.

Ik kan het lied niet vaak genoeg horen, en op een goed moment vroeg ik mezelf af of we er een Bijbels-spirituele lezing van kunnen maken? Het begon met de associatie van ‘oude kleren’ met ‘oude mens’. “Door Jezus wordt duidelijk,” schrijft de heilige apostel, “dat u uw vroegere levenswandel moet opgeven en de oude mens, die te gronde gaat aan bedrieglijke begeerten, moet afleggen.” (Efeze 4,22). Paulus wijst de keerzijde direct concreet aan: een leven in waarachtige rechtvaardigheid en heiligheid. Die dat als nieuwe kleren aan. Maar wat nu als we als we nu eens denken aan het moment van sterven? We verlaten de vaste grond van het aardse bestaan om over te stappen naar de wereld waaruit behalve de Heer niemand terugkeerde. Als sterven een sprong het water in is, dan maak je niet alleen. Als het nu eens de Heer zelf is, aan het woord: “Loop met me mee naar de waterkant…”?

Heerlijk is dan hoe de Verrezene zich nog steeds met ons identificeert: “…we gooien alle oude kleren van ons af.”  

Zwem met me mee naar de overkant,
Stuur je zorgen met het water naar de zee.
Open je ogen in een ander land,
Waar we gewoon opnieuw beginnen met z’n twee.

Sterk in de songtekst is dat het aardse leven radicaal gefocust wordt: het gaat om de liefde. Het belangrijkste ben jij. Laat ieder die in deze wereld leeft, leven alsof ze voor hem niet meer van belang is. “Want de wereld die wij kennen gaat ten onder.” (1 Korinte 7,31) Maar dat geldt dan niet alleen voor je bezit, niet alleen voor je emoties van verdriet of vreugde, maar ook voor je liefste levenspartner. Als alles weggeknipt wordt, blijft het meest essentiële over: ‘de onverminderde toewijding aan de Heer’. (1 Korinte 7,35)

Laat het stormen, laat het waaien,
We hebben elkaar stevig vast,
Je bent hier veilig dicht bij mij.
Al dat bezit dat ons verzwaarde,
Zou toch verdwijnen met de tijd,
Dat wat over blijft zijn wij.

Als het loslaten van het aardse vergeleken is met rennen door het mulle zand, dan steekt de wind op. “En de wind neemt ons verleden met zich mee.” Is het gek dat ik dan denk aan de Heilige Geest? (Johannes 3,8) De heiliging betekent vergeving en vergeving is loskomen van je belastend verleden. De met zonde geladen schepen brandden achter ons uit. Zo staan we vrij aan een nieuw begin: “En met niets in onze handen zijn we vrij.”  

De verbeelding doet me goed. Het lied is van Jezus, en voor mij bedoeld. Het mag gespeeld worden op het moment dat ik de dood voel naderen en het laatste zetje nodig heb om afscheid te nemen, los te laten en het water in te springen, de doodsrivier, samen met de Heer.

Alles wat me hier hield, wat m’n thuis was al die tijd,
Alles wat ik nodig heb, alles wat belangrijk is voor mij,
Alles wat ik nodig heb, ben jij.


Naar aanleiding van: ‘Waterkant’, afkomstig van Dromen durven delen van Marco Borsato, uitgebracht op 19 november 2020. Muziek en tekst door John Ewbank. Klik hier voor de mooie clip.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *