Bad van herschepping

Een weekje vakantie. M en ik vliegen naar Malaga, Andalusië. We hebben een huurauto gereserveerd en worden verrast met een upgrade: BMW 116D. Dat is rijden zeg, hard of heel hard, zeg het maar. Dat laten wij ons geen twee keer zeggen en zo komen we o.a. in Granada, Nerja, Ronda. We kunnen het niet laten even Marbella aan te doen. Zeebriesje, stralende zon, terrasje met een tonic en een glas witte wijn, een goede tijd zwijgen en een leuk gesprek. De hemel op aarde.

 

“Maar ons gesprek mag niet worden gehinderd door een buitenstaander of overstemd door ongeremd lawaai van rumoerig personeel. … Hier kunnen we mooi iets serieus aanbieden aan onze oren, terwijl we onze blikken laten gaan langs bomen en wijnstokken en onze oren vergasten op een aantrekkelijk uitzicht. Zo krijgt de ziel instructie via het gehoor en lafenis via het gezicht.” (25)

 

Mijn idee, maar niet mijn woorden. We horen hier een stem uit de derde eeuw na Christus. Cyprianus is een christen uit Noord-Afrika. Als geestelijk leider van de christelijke gemeenschap in Carthago en omgeving schrijft aan een vriend, Donatus. Door een leuke sfeerbeschrijving bereidt hij de zijn betoog voor. Wij wanen ons in Zuid-Spanje in vergelijkbare omstandigheden. Maar met zijn verhaal neemt Cyprianus ons mee naar een andere wereld en een nieuw leven. “Maar zodra de vuiligheid van mijn vroegere leven was afgewassen met behulp van het levenbrengende water, zodra mijn hart gereinigd en zuiver was geworden, stroomde daarin het licht van boven. Vanuit de hemel nam ik de geest in mij op en in een tweede geboorte werd ik weer een nieuw mens.” (31)

 

Het doet ons denken aan Alhambra. Tijdens ons bezoek aan Granada bekijken wij deze kleine stad-in-de-stad. Hier hebben islamitische sultans gewoond totdat zij eind vijftiende eeuw door christelijke vorsten werden verdreven. Ik snap wel dat zij daar neerstreken: prachtige plek, heerlijk klimaat. Zij wisten wat van schoonheid en symboliek. Wie op audiëntie kwam bij de hoogwaardigheidsbekleders werd via een ingenieus weg voorbereid op de ontmoeting. De ambiance van gedecoreerde wanden, desoriënterende wendingen, plotselinge uitzichten en stijgende patronen bracht je langzaam maar zeker in een nieuwe wereld. Daar waar de vorst woont. Hij wil je ontvangen, hoe bijzonder!

 

Het is deze sfeer die voor Cyprianus rond de doop hangt. Het is een bad van verandering, het begin van een nieuw leven. Het is een bad van herschepping met kosmische dimensies: “Het gaat niet om een individuele geestelijke vernieuwing, maar om een omvattend kosmisch gebeuren waarin alles nieuw wordt,” schrijft theoloog Van de Beek (174). Hij noteert dat bij de bespreking van de Bijbelse omschrijving van de doop als bad van wedergeboorte (Titus 3,5). Van de Beek legt een verband met een uitspraak van Jezus over de tijd waarin alles vernieuwd wordt (Matteüs 19,28). Dat moment ligt in de toekomst. Maar je kunt er al wel op voorbereiden. En je eraan verbinden. Dat gebeurt bij de doop. Volgens Cyprianus gaat dat je leven nu al beïnvloeden. “Er is maar één vredige en solide kalmte, één stabiele, zekere gerustheid. Daarvoor moet je je redden uit de woelingen van deze verontrustende wereld en voor anker gaan in de haven van het heil. … Wie uitstijgt boven de wereld kan van die wereld niets meer najagen of verlangen.” (55)

 

Wij rijden in onze BMW terug naar de B&B. Onze bisschop uit de derde eeuw schetst de duisternis van zijn tijd: bandieten en piraten, gladiatorenspelen en theater met schandelijk mimespel en alles wat er binnenskamers aan ontucht en onheil wordt toegelaten, het onveilige publieke leven, corrupte markt- en rechtssfeer, praalzucht van de macht, grof onrecht tussen rijk en arm (37-53). We kunnen de hedendaagse equivalenten zo verzinnen. We horen ook in onze tijd de duivel op klompen  lopen. Maar het venijn van zijn bespiegeling zit elders. Eén zin van onze broeder blijft haken: “Hoeveel ontvankelijk geloof wij meebrengen, zoveel overvloed aan genade krijgen wij binnen.” (33) Wij zijn gedoopt. We hebben ons gecommitteerd aan de grote kosmische vernieuwing die nadert. Welke ballast laten wij nu al los? Misschien kunnen wij dat beter overdenken in een periode van vasten.

 

Naar aanleiding van: Cyprianus, Bidden in een boze wereld: Twee pamfletten uit het vroege christendom. Ingeleid, bezorgd en vertaald door Vincent Hunink. Budel: Damon, 2006.

 

Dr. A. van de Beek, God doet recht: Eschatologie als christologie. Zoetermeer: Meinema, 2008.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *