Alles voor niets?

Zo nu en dan lees ik een boek van Herman Koch. Hij schrijft rechttoe rechtaan proza dat ik waardeer. Hij introduceert ongemaskerde personages. Woede, botheid, cynisme, heerlijk zo weinig als hij toedekt. Het Diner (2009) heeft daarbovenop ook nog een ijzersterk plot. Ook Zomer met zwembad (2011) deed het wat betreft goed. Je kunt stevig lachen om de harde dialogen, soms voel je je ongemakkelijk als je je met de verkeerde figuur identificeert, meestal vind ik het boek leerzamer dan ik van tevoren dacht. Koch beschrijft hoe het kan gaan tussen mensen als het bladgoud afbladdert door spannende omstandigheden.

Ik las zijn eerste roman: Red ons, Maria Montanelli, de vijftiende druk uit 2009. “IJzersterke klassieker. Twintig jaar in druk” op de kaft. Altijd lastig zo’n aankondiging, het kan zomaar tegenvallen. In een bepaald op zicht doet de roman het ook: het verhaal dringt niet zo urgent en dwingend naar de climax als zijn latere boeken. De hoofdpersoon is een nauwelijks volwassen jongen, zoon van een overleden moeder en een vader die bij z’n minnares is gaan wonen, in een chique buurt. Hij heeft een duidelijke mening over de buurt:

“De hele volgende oorlog mag wat mij betreft in onze buurt worden uitgevochten. Soms, als ze op maandag het luchtalarm laten loeien, om te oefenen, dan stel ik me voor dat er plotseling een Spitfire naar beneden komt duiken om die hele duffe en verwende kankerbuurt eens goed onder vuur te nemen, dat ze in paniek alle kanten op spurten, want een beetje gewone drukte en een beetje leven, dat is nou precies waar het aan ontbreekt. Ze hebben het geprobeerd door in de winkelstraat een paar terrasjes neer te zetten, maar voordat je daarop gaat zitten… In een bloedhete kamer met de gordijnen dicht krijg je nog meer frisse lucht. “ (12). Kijk, dat is taal.

Waarom is de jonge verteller zo agressief, in elk geval in z’n denken? Het voor de hand liggende antwoord is: gebrek aan aandacht en echte liefde. Het opvallende is echter dat hij op een school zit waar dat soort waarden hoog aangeschreven staan, met Montanelli Lyceum, honderd jaar geleden bedacht door een mevrouw Maria Montanelli uit Napels om de arme kinderen wat meer kansen kregen in de wereld. Onze hoofdpersoon is er leerling en heeft ook daarover zo zijn gedachten:

“Wat had ik graag gewoon een drie gehad. Ik zou er geen enkel probleem mee gehad hebben om daar voor uit te komen; maar er stonden letterlijk zinnen als: ‘Zijn negatieve houding heeft een slechte invloed op de atmosfeer in de klas…’ …. Het stond er bijna nooit direct, ze schreven nooit: ‘Wij hebben zo’n gigantische hekel aan uw zoon dat wij hem het liefst zo snel mogelijk een dodelijke val zouden willen zien maken…’(52-53).

Op deze school verongelukt een zwakbegaafde jongen. Hij valt tijdens een werkweek van een burg, in de rivier. Hij verdrinkt. De vertellende klasgenoot stond erbij, met vrienden, en greep niet in. Zij worden later van school gestuurd. Maar waarom blijven de leraren buiten schot? De woede van deze jongen op alles komt ook voort uit de selectieve verontwaardiging en het zondebok-patroon dat zichtbaar wordt. Dat wekt diepe minachting. Als hij een leraar in de winkelstraat ziet lopen…:

“Ik kreeg bijna met hem te doen zoals hij daar een beetje in zijn eentje stond rond te hangen, ze zijn er in feite ook erger aan toe dan ik. Bij mij begint het weliswaar bij mijn slapen te bonzen en krijg ik zo’n veel te heet gevoel in mijn nek en in mijn hals wanneer ik aan die school terugdenk, maar ik ben tenminste begonnen om zo nu en dan ook nog eens aan iets anders te denken, en dat is voor hen gewoon niet weggelegd. Zij hebben levenslang. Ze moeten er de rest van hun leven in blijven geloven, in de goedheid van de wereld, maar vooral in hun eigen goedheid, anders is alles voor niets geweest.” (123-124).

Daar zit de clou van de roman: kun je geloven in je eigen goedheid? Ja? Dan kijk je niet goed of je negeert willens en wetens de menselijke nalatigheid of de bewuste slechtheid. Nee? Dan is het allemaal voor niets geweest.
Koch wijst eigenlijk een derde weg: Nee, veel goedheid is er niet, maar je gaat gewoon bedenken hoe het verder moet. Want ja, je hele leven ligt nog voor je.

Zou het werkelijk? denk ik dan. De romantitel heeft het toch niet voor niets over redding?


Naar aanleiding van: Herman Koch, Red ons, Maria Montanelli.15 Amsterdam: Anthos, 2009 (eerste druk 1989).

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *