Zoek de compositie

Ik weet nog goed hoe verrast ik was toen ik voor het eerst iets hoorde over de structuur van het boek Genesis. Het moet tijdens mijn studie theologie geweest zijn, bij het vak Oude Testament. Prof. Benne Holwerda (1909 – 1952) had daarover geschreven. Dat het boek een terugkerend vers heeft ‘dit is de geschiedenis van…’ (Nieuwe Vertaling 1951, Hebreeuws: toledoot) gaf ineens licht op het ontstaan en de betekenis. Iemand heeft dit boek over allerlei Vormen van Begin gecomponeerd. Hij moet mondeling overgedragen verhalen verzameld hebben, geredigeerd en tot een geheel gecomponeerd voor ieder die het bestaan van het bijzondere volk Israël wil verklaren. Zo’n indeling in de tekst helpt om de specifieke inzet van elk deel op te zoeken. Wie dan wat vindt, heeft iets te vertellen. Zo wordt het eerste Bijbelboek hanteerbaar voor de hedendaagse lezer en kerkganger.

 

Door Jan Fokkelman (* 1940) is mijn interesse voor de literaire structuur van de Bijbelboeken verveelvoudigd. Hij doceerde van 1963 tot 2001 Hebreeuws en Aramees aan de universiteit van Leiden. Zijn wetenschappelijke studies over de boeken 1 en 2 Samuël zijn verbazingwekkend knap. Zijn populaire werk over dichtkunst in de Bijbel bevat meer dan je denkt. Het grote werk over opbouw en gedachtegang van de Bijbelse geschriften en hun onderlinge relaties, is een Godsgeschenk voor me geweest. Hij redigeerde het boek samen met Wim Weren. Fokkelman nam de algemene inleiding voor zijn rekening en verderop ook de hoofdstukken over de Psalmen en het Hooglied.

 

Bij de voorbereiding van een serie preken over Hooglied (in 2008) heb ik geprofiteerd van zijn inzichten. “Omdat het Hooglied een kwikzilverachtige speelsheid en dynamiek heeft, is het echter niet gemakkelijk in een schema onder te brengen. … Het is zowel mogelijk als verantwoord de lezer enig houvast te geven, dankzij een kenmerk van het Hooglied zelf: het voorkomen en de distributie van allerlei verdubbelingen.” (2000, 224). Let op hoe hij de aangeboden structuur eerst relativeert. Wie veel van hem lees, krijgt soms de indruk dat hij wel heel veel patronen ontdekt. Misschien is een tekst minder strak geordend dan je als onderzoeker en lezer hoopt. Maar waar de poging tot indeling lijkt te overtuigen, komt er op die manier al snel iets van de bedoeling van de auteur naar voren. Door proza en poëzie wilden de schrijvers een boodschap kwijt, en dus ordenden zij hun materiaal.

 

Het slot van het hoofdstuk over Hooglied (in De Bijbel Literair) laat zien hoe Fokkelman literaire aspecten verbindt aan betekenis. Hij heeft laten zien dat er reden is voor zeven delen en dat de delen III, IV en V het middenpaneel vormen: “De bespreking van de delen verschaft veel van de gegevens die leiden tot een concentrisch  beeld van de compositie.” In het middeldeel komen een aantal strofen over tuinen voor: “Te midden van zovele vegetatieve beelden is de tuin de centrale metafoor van het Hooglied. Wat is dat, een tuin, literair beschouwd? Een bemiddelende term. Het liefdespaar pendelt heen en weer tussen een lastige samenleving (de stad en haar bewoners) en het landschap van de herders, waarin de bloeiende vlakte van Saron en de woeste bergketens van het Noorden elkaar afwisselen. Zo zijn cultuur en natuur aanwezig in het Hooglied. Hun contrasten worden erkend, maar hun tegenstelling wordt bemiddeld en opgeheven in de tuin van de liefde. Een tuin is de synthese van natuur en cultuur. De levensvatbare liefdesrelatie ook.” (388).

 

Kijk, daar houd ik nou van. Zo lezend heb je wat te melden. Vandaar dat ik met plezier series preken maak. Je kunt dan een heel Bijbelboek of een deel ervan bestuderen op de literaire structuur. Terwijl je uitzoomt van deel naar geheel, zie je de eigen kleur van de delen al oplichten. Het mooie ervan is, dat je zo aan twee kanten een tekst serieus neemt. De maker heeft een bepaalde intentie en zet zijn vaardigheid in om zijn doel met de tekst te bereiken. En de lezer heeft nieuwsgierigheid en ontvankelijkheid. Je wilt betekenis kunnen geven aan wat je leest en als je de zendfrequentie van de auteur op het spoor komt, blijkt er altijd iets binnen te komen in de tegenwoordige tijd. Het is het mysterie van het lezen en dat houd me al jaren met plezier aan het werk.

 

Naar aanleiding van: Jan Fokkelman, Dichtkunst in de bijbel: Een handleiding bij literair bijbellezen. Zoetermeer: Meinema, 2000.
Jan Fokkelman en Wim Weren, De Bijbel Literair: Opbouw en gedachtegang van de bijbelse geschriften en hun onderlinge relaties. Zoetermeer/Kapellen: Meinema/Pelckmans, 2003.