Zelfbeheersing, uit respect

“Heer, hoe moeten wij ons opstellen tegenover vrouwen?”
“Niet naar kijken, Ānanda.”
“Maar als we ze toch zien, Verhevene, hoe moeten we ons dan gedragen?”
“Niet tot hen spreken, Ānanda.”
“Maar wie toch tot hen spreekt, hoe moet die zich gedragen?”
“Die moet ervoor zorgen oplettend te zijn.”
( Mahā-Parinibbāna Sutta 5,9)

 

Wat heeft Ānanda bezield om vlak voor de dood van de Boeddha het onderwerp ‘omgaan met vrouwen aan de orde te stellen? In de grote leerrede over het uiteindelijke nirvana worden de laatste maanden van de Verhevene beschreven. Hij heeft de vier plaatsen genoemd die het waard zijn om te bezoeken, mannen én vrouwen onder de volgelingen kunnen daarheen pelgrimeren. Als zij in een serene geest sterven tijdens de pelgrimstocht, dan zullen zij herboren worden op een goede bestemming (5,8). Dan stelt Ānanda de vraag hoe zij (de monniken) zich tegenover vrouwen moeten opstellen. Niet kijken, niet spreken, alert zijn, dat is het antwoord.

 

Hans Wolfgang Schumann maakt duidelijk hoe dat wezenlijk past in de boeddhistische leer: “Tot vrouwen stond Boeddha in een dubbelzinnige verhouding… Begeerte, haat en verblinding waren drijfkrachten voor wedergeboorte, die men ten behoeve van de verlossing overwinnen moest. Zelfs de kortste ontmoeting met een vrouwelijk wezen kon in een nog niet volmaakte bhikkhu seksuele begeerte oproepen en hem een terugslag bezorgen op de heilsweg.” (231-232) In de setting van die tijd valt te bedenken dat het leven van een monnik bestond uit een dagelijkse bedelronde. Zo kwam hij in dorpen waar vrouwen en meisjes schaars gekleed konden gaan. De zelfbeheersing wordt dan op de proef gesteld. Niet kijken, niet spreken, alert blijven, zijn dan ineens heel zinnige adviezen voor het pad tot opheffing van het lijden.

 

Nu is zelfbeheersing evolutionair verworven. Misschien ken je de Marshmallow Test: aan kinderen wordt beloofd dat zij een tweede marshmallow krijgen als zij de eerste laten liggen terwijl de onderzoeker weg is. (klik hier voor hilarische voorbeelden) Mensapen en papegaaien blijken het ook te kunnen. Frans de Waal, bioloog en scherp observator van mens en dier, geeft in Mamma’s laatste omhelzing een serie voorbeelden van dieren die zich beheersen met het oog op een hoger goed: “Dieren kunnen het zich niet veroorloven om hun impulsen blindelings te volgen. Hun emotionele reacties doorlopen altijd een beoordeling van de situatie en een inschatting van de beschikbare opties. Daarom hebben zij allemaal zelfbeheersing. Om straf en conflict te vermijden moeten de leden van een groep bovendien hun verlangens, of tenminste hun gedrag, aanpassen aan de wil van de leden om hen heen. Alles draait om compromissen. Gezien de lange geschiedenis van het sociale leven op aarde zijn deze aanpassingen diep geworteld en gelden ze evenzeer voor mensen als voor andere sociale dieren.” (261)

 

Wat is het hoger goed als het gaat om het beheersen van de mannelijke blik? Jezus heeft een vergelijkbaar woord richting mannen gesproken: “Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: “Pleeg geen overspel.” En ik zeg zelfs: iedereen die naar een vrouw kijkt en haar begeert, heeft in zijn hart al overspel met haar gepleegd. Als je rechteroog je op de verkeerde weg brengt, ruk het dan uit en werp het weg. Je kunt immers beter een van je lichaamsdelen verliezen dan dat heel je lichaam in de Gehenna geworpen wordt.” (Matteüs 5,27-29) In Jezus’ leer staat het ingaan in het rijk van God op het spel. Dat is het taalveld van de koning en de burgers van het rijk. Het gaat om vreedzaam samenleven. In andere verbanden spreekt Hij over leven, zo leven in relaties dat die alle kans kringen om tot bloei te komen. Dat veronderstelt veiligheid en betrouwbaarheid. Elke man die zich zo beheerst dat zijn eigen vrouw geen concurrentie ondervindt, niet jaloers hoeft te worden, doet daarmee recht aan de waarde van zijn echtgenote en van de gegeven beloften. Je hebt verantwoordelijkheid voor elkaar genomen. Hij respecteert haar door niemand anders op de eerste plaats te zetten, zelfs niet in gedachten. Wat De Waal als negatief motief noemt (conflict vermijden) kun je omzetten in het positieve, menselijke ideaal: door je eigen vrouw als enige voor jou te respecteren waardeer je de groep waarin je leeft.

 

Wat evolutionair te duiden valt als het samenwerken aan het voortbestaan van de groep krijgt religieus nog groter kracht. Hier gaan Jezus en Boeddha eigen wegen. Niet het nirvana maar de liefdesrelatie met God is het hart van Jezus’ boodschap. Elke man die betrouwbaar en respectvol is, representeert God zelf. De HEER heeft zich exclusief aan zijn volk verbonden en in goede en slechte tijden is Hij haar trouw gebleven. Daarmee drukte Hij de waarde uit van het volk van zijn liefde. Daarom is het mooi om te zien dat zelfbeheersing ook als een goddelijk geschenk wordt getypeerd: “Maar de vrucht van de Geest is liefde, vreugde en vrede, geduld, vriendelijkheid en goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Er is geen wet die daar iets tegen heeft.” (Galaten 5,22-23) Alle redenen dus om goed op te letten hoe je kijkt.

 

Naar aanleiding van: Dīgha-Nikāya, De verzameling lange leerredes. Vertaald uit het Pali, ingeleid en van aantekeningen voorzien door Jan de Breet & Rob Janssen. Rotterdam: Asoka, 2001. Jan de Breet is indoloog, Rob Jansen emeritus hoogleraar klinische psychologie en persoonlijkheidsleer en psychotherapeut. Hij studeerde Pali en Sanskriet.

 

Hans Wolfgang Schumann, De historische Boeddha: Leven en leer van Gotama.2 Rotterdam: Asoka, 2009. Oorspronkelijke titel: Der historische Buddha. München: Eugen Diederichs Verlag, 1982. Vertaald door Jan de Breet.

 

Frans de Waal, Mama’s laatste omhelzing: Over emoties bij dieren en wat ze ons zeggen over onszelf. Amsterdam/Antwerpen: Atlas Contact, 2019. Met foto’s en tekeningen van de auteur. Vertaald door Albert Witteveen. Oorspronkelijke titel: Mama’s Last Hug. Animal Emotions and What They Tell Us About Ourselves. New York, W.W. Norton & Company Inc.)