Transacties

Het gebeurt bij vaak bij preken. Mensen melden wat ze hebben gemist of waar zij het niet mee eens zijn. Hoe reageer je daarop adequaat? Eens kijken hoe Transactionele Analyse (TA) me op dit punt verder helpt.

 

“Een transactie vindt plaats als ik u op een of andere manier een prikkel aanbied en u dit beantwoordt. Formeel gesproken begint de communicatie met de stimulus of prikkel. Het antwoord wordt respons genoemd.” (70) Stewart en Joines onderscheiden de complementaire en de kruistransactie. Een transactie is complementair als vanuit de ego-toestand die aangesproken wordt ook het antwoord komt. Ik vraag: “Hoe laat is het?” en jij antwoordt: “Eén uur.” Ik reageer: “Nou, tot ziens dan.” En jij: “Ja, vergeet niet het boek mee te nemen de volgende keer.” “Goed, zal ik doen.” De eerste regel van communicatie zegt: Zolang transacties complementair blijven, kan de communicatie eindeloos doorgaan. (73)

 

Maar je kunt ook kruisen. Iemand komt bij me langs en zegt: “Hoe gaat het?” Ik geef een uitbrander omdat de ander te laat kwam: “Je bent weer te laat! Wanneer houd je je nou eens aan je afspraken?!” De transactie begint met een prikkel Volwassene-Volwasenne. Ik kruis ‘m door een Ouder-Kindrespons. Ik ben de boze Ouder. Ik kan er nu op rekenen dat de ander vanuit Kind zal reageren: “Als een transactie gekruist is, is het waarschijnlijk dat de persoon tot wie de kruistransactie gericht is, naar de ego-toestand zal gaan waartoe de ander hem heeft uitgenodigd. Hij zal dan waarschijnlijk tot een parallelle transactie overgaan vanuit die nieuwe ego-toestand.” (75) Beschaamd sorry zeggen, of allerlei verontschuldigen aandragen, om de Ouder in mij te pleasen. Een kruistransactie kan ook explosief worden. Dan ga je met deuren slaan of weiger je beledigd met de ander verder te spreken. De meest voorkomende doorkruising is een Volwassene-Volwasenneprikkel die door een Ouder-Kind- of Kind-Ouderrespons. De communicatieflow is onderbroken. Wil het goed komen moet een of beide gesprekspartners de aanvankelijke egotoestanden moeten verlaten. Dat is de tweede regel van communicatie. (76)

 

Toegepast op preekkritiek: iemand kan de beter wetende Ouder voor me zijn en ik kan reageren vanuit het aangepast Kind. Zelfs bij een informatief bedoelde vraag over de preek (Volwassene-Volwasseneprikkel) kan ik de communicatie verbreken door zelf de deskundige, en dus beter wetende Ouder te spelen. Of toch weer het gecorrigeerde Kind te laten zien. Op zoek naar de Volwassene dus.

 

Ik ontdekte aan de hand van Stewart en Joines dat er transacties bestaan met bijbedoelingen. “In een transactie met bijbedoelingen worden twee boodschappen tegelijkertijd overgebracht. De ene is de openlijke boodschap of een boodschap op sociaal niveau, de andere een verborgen boodschap of een boodschap op psychologisch niveau. Meestal is de inhoud op sociaal niveau Volwassene-Volwassene. De boodschappen op psychologisch niveau zijn meestal Ouder-Kind of Kind-Ouder.” (77) Dit ervoer ik aan den lijve toen iemand mailde met een review van een preek en verder meldde dat ik niet had gereageerd op een voorgaande mail. In die eerdere mail had hij iets verteld over persoonlijke omstandigheden. Een concreet verzoek was er niet bij vermeld. Ik had het bericht ter kennisname aangenomen. In de volgende mail kwam hij mij als kritische Ouder berispen. De vorm was als gericht op mijn Volwassene, maar hij nodigde mij uit om als Aangepast Kind te reageren. Mijn eerste gedachte was dan ook: heb ik gefaald? Daarna schoot ik naar de tegenovergestelde rol: je bent niet duidelijk geweest, je moet beter communiceren. Maar de Kritische Ouder van mijn kant zou hem dan weer tot Kindgedrag verleiden. De tweede regel van communicatie was van kracht. Maar ik kreeg nu oog voor de bijbedoeling. Hij wilde graag aandacht voor zijn persoonlijke omstandigheden. De tweede mail was een middel om voor de zaak van de eerste mail aandacht te vragen. Hij voelde zich miskent, communiceerde zieligheid die mijn troostrespons moest activeren, de Verzorgende Ouder in mij. Zie daar de derde regel van communicatie: Het gedrag dat het resultaat is van een transactie met bijbedoelingen wordt bepaald op het psychologische en niet op het sociale niveau. (79)

 

Ik heb er wel wat oefeningen voor moeten doen. De pijlen tekenen en de opties uitschrijven. Dat helpt. Wel miste ik het persoonlijke contact, waarbij je verbale én non-verbale aanwijzingen opdoen. Dat komt het analyseren van de transacties zeer ten goede. “Leren waarnemen is essentieel als coach.” (Nicolette Kat, 67)

 

Naar aanleiding van: Ian Stewart & Vann Joines, Transactionele Analyse: Het Handboek voor persoonlijk en professioneel gebruik.7 Amsterdam: SWP, 2008. (Oorspronkelijke titel: TA Today: A New Introduction to Transactional Analysis. Nottingham: Lifespace Publishing, 1987, vertaald door Maarten J. Stoffel, Karen van der Zee en Jan W. Boshuizen)

 

Nicolette Kat: Coachen met een leeg hoofd: Helder en deskundig coachen als expert, gids en geweten.7 Culemborg: Van Duuren Media, 2018