Spookhuis

Victor Frankenstein creëert een monster. Samengesteld uit delen van lijken en tot leven gebracht lijkt het een teken van bovennatuurlijke machten. Maar in feite is het verhaal bedoeld als kritiek op de tijdgeest. Mary Shelley publiceerde het verhaal voor het eerst in 1818, en in 1831 verscheen een verbeterde versie. Philip Tallon, werkzaam bij het Institute for Theology, Imagination and the Arts, maakt in The Philosophy of Horror helder dat het monster een product is van de hoogmoed van de Verlichting. De menselijke (wetenschappelijke) zucht tot creëren en beheersen blijkt vast te lopen: de creatie keert zich tegen de schepper. “… not all scientific exploration produces lumbering, fearsome monsters, but it is significant that the chaotic, regressive, and often supernatural genre of horror was born closely together with the rise of Enlightenment values such as rationality, progress, and a generally naturalistic understanding of de world. Noël Carrol, writing about the genre of horror, therefore appropriately calls horror the ‘underside of the enlightenment’.” (37)

In de roman The Haunting of Hill House vervult dr. John Montague de rol van rationele wetenschapper. Hij is gepromoveerd en wil een boek schrijven over het landhuis met zijn spookverhalen. Hij nodigt mensen uit die sensitief genoeg zijn, selecteert de happy few en wil dat er aantekeningen worden gemaakt. Hij draagt verklaringen aan, geeft een historisch achtergrondverhaal en houdt de leiding. Beheersing en controle. Toch gaat  het mis. Eleanor Vance, een van de deelnemers, overleeft het experiment niet. Als de anderen haar wegsturen om haar bestwil, geeft zij vol gas en rijdt tegen een boom langs de oprijlaan. Het huis wordt weer verlaten en staat er zoals het als jaren stond. Alleen.

Shirley Jackson laat het slot van haar roman terugbuigen naar de opening. “No live organism can continue for long to exist sanely under conditions of absolute reality; even larks and katydids are supposed, by some, to dream. Hill House, not sane, stood by itself against its hills, holding darkness within; it stood so for eighty years and might stand for eighty more.” (1) Hiermee is de toon gezet. Het huis kan door allerlei zintuigelijke sensaties de aanwezigen de schrik op het lijf jagen, uiteindelijk gaat het om de innerlijke huishouding van de mensen. Harde kloppende geluiden horen ze op de deuren, er loopt een beest door de tuin en in het huis, of toch niet? Deuren vallen spontaan dicht en het wordt heel koud op sommige plaatsen en momenten. Terwijl dr. Montague oplossingen verzint, volgt de lezer vooral de monologue interieur van Eleanor. Zij heeft jarenlang voor haar moeder gezorgd. Zij is bekaf. Met haar zus en zwager heeft zij ruzie gemaakt over haar vertrek naar Hill House. Zij hoopt eindelijk eens ergens liefde te vinden. In haar hoofd komt een steeds regel van Shakespeare terug: “Journeys end in lovers meeting, every wise man’s son doth know.” (Uit het toneelstuk Twelfth Night) Eerst flarden (15, 19, 23, 25) en later meer, die lijn trekt de schrijfster door het hele verhaal heen. (30, 40, 66, 69, 100, 113, 164, 181) Is Theodora de liefde, wordt het Luke? Uiteindelijk geen van beide. Het tragische is dus dat zij niet bij de groep mag blijven. Het verblijf in het huis heeft haar onvolwassenheid en onzekerheid aan het licht gebracht. Spookt het in het huis of in haar hoofd? De grenzen beginnen te vervagen en ten slotte voelt zij het huis: “She stood with her back against the door, the little mists of Hill House curling around her ankles, and looked up at the pressing, heavy hills. Gathered comfortably into the hills, she thought, protected and warm. Hill House is lucky.” (170, zie ook 165, 178)

Laura Miller schreef een informatieve inleiding bij het boek. Zij is journalist en recensent, onder andere voor de New York Times Book Review. Zij analyseert sterk: “Hill House will force her to acknowledge that she will never be free, that her dreams of leaving her corrosive past and her family behind are illusions, that wherever she goes she will only find the same hell she was running away from. Escape is a mirage. This is de real horror of Hill House.” (xvii)

Zo komt het horrorthema terug bij z’n kern. Het gaat om de onderkant van de Verlichting. Kan een levend organisme de ‘absolute realiteit’ aan zonder te dromen? Hard wetenschappelijk materialisme en gebrek aan verbeelding, het is niet te verdragen. Het is ongezond. Je wordt er gek van. Hill House vormt geen gezonde omgeving. Het verbindt niet. Wat daar rondloopt, loopt alleen.
Dat zijn de vragen die het boek stelt: hoe ben ik echt met mensen verbonden en hoe richt ik mijn materiële omgeving zo in dat ik wel gezond blijf?


Naar aanleiding van: Shirley Jackson, The Haunting of Hill House. New York: Penguin Books, 2006. De eerste druk werd gepubliceerd in 1959 bij The Viking Press. De eerste Penguin-uitgave kwam in 1984. Laura Miller schreef bij de 2006 editie de introductie.
Netflix produceerde een tiendelige serie geïnspireerd op deze titel. De eerste episode opent met de startalinea van het boek. Veel namen uit het boek keren terug. Verder ontwikkelt de serie zich vrij van het boek. De Nederlandse acteur Michiel Huisman speelt een hoofdrol. Bij vergelijking concludeer ik: beeld en geluid veroorzaken toch andere schrikeffecten dan de leesverbeelding.
Philip Tallon, “Through a Mirror, Darkly: Act-Horror as a Medium for Moral Reflection.” In: The Philosophy of Horror (edited by Thomas Fahy). Kentucky, The University Press of Kentucky, 2012, 33-41.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *